Veel ouders van meertalige kinderen zijn bezorgd over de taalontwikkeling van hun jonge kind. Wat is een normale ontwikkeling en wanneer moet je je zorgen maken?
Ik gebruik hier als eerste het overzicht van Annick de Houwer, professor in Language Acquisition and Multilingualism aan de universiteit van Erfurt. Zij geeft de mijlpalen in de vroege taalontwikkeling voor kinderen die vanaf de geboorte twee talen horen.
- 6 tot 12 mnd: Gebrabbel in lettergrepen
- 12 mnd: Begrip van veel woorden en zinnen in beide talen
- Snel na 12 mnd: maken van geluiden die lijken op woorden in één of twee talen
- 18-24 mnd: duidelijke toename van het aantal woorden dat geproduceerd wordt
- Rond 24 mnd: het actief gebruiken van combinaties van 2 woorden
- 30-36 mnd: maken van korte zinnen waaruit een begin van grammaticaal begrip blijkt
- Rond 42 mnd: het kind isvoor het grootste deel verstaanbaar voor onbekenden die dezelfde taal spreken
- Rond 48 mnd: productie van complexe zinnen
- 54-60 maanden: kan een klein samenhangend verhaaltje vertellen
Uit: De Houwer, Annick (2009). Bilingual First Language Acquisition. Clevedon/Buffalo: Multilingual Matters.
* * *
Prof. Sieneke Goorhuis (orthopedagoog en spraakpatholoog) heeft de Gereviseerde Minimum Spreeknormen (g-ms) geformuleerd. De meeste kinderen zijn al verder in hun ontwikkeling maar deze normen worden als minimum genomen.
12 – 18 mnd
– begrijpt opdrachtjes met twee woorden
– kan een of meer lichaamsdelen aanwijzen
– veel en gevarieerd brabbelen
– af en toe een herkenbaar woord
18 – 24 mnd
– zegt 5 – 10 woordjes
2 – 2½ jr
– begrijpt zinnetjes met drie woorden
– tweewoorduitingen
– woordopbouw nog onvolledig
2½ – 3 jr
– driewoorduitingen
– woordopbouw nog onvolledig
3 – 3½ jr
– drie tot vijfwoorduitingen
– ongeveer de helft is verstaanbaar
3½ – 4 jr
– vertelt spontaan wel eens een verhaaltje
– ca. 50-75% is verstaanbaar
5½ jr
– kan een verhaaltje navertellen aan de hand van plaatjes
– maakt enkelvoudige zinnen
– problemen met meervoudsvormen en vervoegingen
– ca. 75-90% is verstaanbaar
5½ jr en ouder
– goed gevormde, ook samengestelde zinnen
– goed verstaanbaar
* * *
Het blijkt uit onderzoek dat meisjes gemiddeld sneller zijn in hun taalontwikkeling dan jongens en dat eerste kinderen meestal sneller hun eerste woorden spreken dan hun jongere broertjes of zusjes. Tweetalige kinderen zijn net wat later met hun eerste woorden dan ééntalige kinderen en ook het maken van combinaties van twee woorden gebeurt wat later.
Uit: Van der Linden, E. & Kuiken, F. (2012). Het succes van tweetalig opvoeden. Gids voor ouders en opvoeders. Den Haag: Acco.
* * *
De onderstaande tabel geeft aan hoeveel Nederlandse woorden kinderen (her)kennen. Het gaat hier dus om de passieve woordkennis. Daarbij moet gemeld worden dat er binnen elke groep onderlinge verschillen zijn en dat het hier om gemiddelden gaat. De tabel is overigens uit 2001 en laat dus niet zien hoeveel Turkse en Marokkaanse woorden de kinderen daarbij nog kennen.
Uit: Verhoeven, L. & Vermeer, A. (2001). Taaltoets Alle Kinderen. Diagnostische toets voor de mondelinge vaardigheid Nederlands bij kinderen van groep 1 tot en met 4. Arnhem: Citogroep.
* * *
Maak je je zorgen over de taalontwikkeling van je kind, bekijk dan ook eens de folder Wanneer doe je beroep op de logopedist van de Vlaamse Vereniging van Logopedisten.
* * *