Is het niet verwarrend voor mijn jonge kind om meerdere talen te leren?
Wanneer kun je het beste beginnen met het leren van een tweede taal?
Wat is de minimumtijd dat je aan de minderheidstaal moet besteden?
Het lukt me niet om mijn moedertaal te praten met mijn kinderen…
Wanneer zal ik mijn kind leren lezen en schrijven?
Het antwoord is simpel: nee. Waar zijn kinderen van kleins af aan al mee bezig? Met het leren van een taal, met communicatie. Ze zullen de betekenis van woorden moeten ontdekken, zinsopbouw, grammatica. Meertalige kinderen zullen fouten maken maar ééntalige kinderen maken natuurlijk ook fouten. Soms weet het kind het woord in de ene taal niet en wel in de andere taal en zal daarom misschien meerdere talen in een zin gebruiken. Dit is heel normaal en heet code-switchen en zal op een gegeven moment verdwijnen.
Al vanaf dat de baby in je buik is. Kinderen herkennen al bij de geboorte klanken die ze tijdens de zwangerschap gehoord hebben. Maar er zijn enkele belangrijke redenen om direct te beginnen met je kind de minderheidstaal te leren.
Tijd
Een taal leren kost tijd. Hoe vroeger je begint, hoe meer tijd je hebt. Zeker als jouw taal de minderheidstaal is zijn de eerste jaren heel belangrijk. Gaat het kind naar school dan zie je elkaar minder dus heb je ook minder tijd om je kind in aanraking te laten komen met jouw taal. Op school en er buiten leren ze steeds meer woorden bij en voor je het weet spreekt je kind veel liever de omgevings/schooltaal omdat dat nu eenmaal veel makelijker is. En waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
Gewoonte
Een tweede belangrijke reden is dat als je van kleins af aan de minderheidstaal met je kind praat dit een gewoonte wordt. Zowel voor jezelf als voor je kind. Doe je dit niet en wil je later de switch maken naar je moedertaal dan voelt dat onnatuurlijker voor beiden dan dat je dat vanaf de geboorte doet. Ik praat altijd Nederlands met mijn kinderen maar mocht ik me zo’n 1x per jaar vergissen en praat ik per ongeluk Italiaans met ze dan kijken ze me aan van ‘wat doe jij nou raar’ en krijg ik de vraag waarom ik in het Italiaans met ze praat. Of ik moet Nederlands praten omdat anders hun knuffel mij niet kan verstaan. Terwijl ik niet eens wist dat die alleen maar Nederlands kon 😉 .
Het zijn dus heel praktische redenen om vroeg te beginnen. Maar er geldt ook “Beter laat dan nooit”, want een kind kan natuurlijk ook op latere leeftijd nog een taal leren.
Een volwassene kent zo’n 50.000 woorden of meer in zijn moedertaal, afhankelijk van het opleidingsniveau en soort werk. Het kost veel tijd om deze woorden allemaal te leren. Een 4-jarige kleuter kent ongeveer 3000 woorden en op 10-jarige leeftijd is dit toegenomen tot zo’n 11.000 woorden. Logisch is daarom dat meertalig opvoeden niet iets is wat vanzelf gaat.
Sommigen zeggen dat een kind minimaal 20 of 30% van de wakkere tijd, of 30 of 25 uur per week in aanraking zou moeten komen met de minderheidstaal. Hard bewijs is hiervoor niet maar het spreekt voor zich dat hoe meer je kind wordt blootgesteld aan de minderheidstaal, hoe sneller de taalontwikkeling verloopt van deze taal.
Kwaliteit van taalaanbod
De hoeveelheid blootstelling is belangrijk maar nog belangrijker is de kwaliteit. De mogelijkheid om met iemand te kunnen communiceren, en dus het luisteren én het spreken te oefenen, is fundamenteel. Daarbij moet het taalaanbod rijk, gevarieerd en correct zijn.
Je woont al jaren in een ander land, je partner spreekt geen Nederlands en eigenlijk denk je en droom je ook in een andere taal. Dan is het niet makkelijk om de switch te maken om Nederlands te spreken met je baby. Een vaak gehoorde situatie.
Maar bedenk dat het in het begin voor jou ook niet natuurlijk was om de andere taal te gaan spreken en toch heb je door gezet. Je maakt dit proces weer mee, maar dan andersom. Met alles is het zo, hoe meer je het doet, hoe makkelijker het wordt. Je moet je hersenen er weer aan laten wennen om Nederlands te praten.
Stel je ook je doel voor: je volwassen kinderen die zonder moeite jouw moedertaal spreken en verstaan (en misschien wel schrijven). Wanneer ze in Nederland zijn of wanneer bezoek uit Nederland komt voelen ze zich niet uitgesloten omdat ze met iedereen zonder problemen kunnen praten.
Stel je voor dat je nu niet doorzet met zelf Nederlands praten. Zou je daar spijt van krijgen? Zou je het als een gemiste kans zien? Zouden de kinderen het jammer vinden?
Kies je er voor om toch door te zetten, probeer dan de switch in je hoofd om te zetten. Ga bewust weer denken in het Nederlands. Luister naar de Nederlandse radio, kijk Nederlandse televisie (dit is mijn favoriete programma). Bel een Nederlandse familielid, Nederlandse vrienden. Lees Nederlandse online kranten/websites. En hang Nederlandse vlaggetjes in het huis om je er aan te herinneren dat je Nederlands moet praten.
Grapje 😉
Dit hangt zowel van het kind af als van de schoolsituatie. Folkert Kuiken, hoogleraar Nederlands als tweede taal aan de UvA, geeft aan dat er weinig onderzoek naar is gedaan. Het lijkt volgens hem aan te bevelen eerst het lezen in de schooltaal redelijk onder de knie te hebben. Maar kijk ook naar je kind, is het nieuwsgierig en al eerder geinteresseerd in lezen en schrijven dan kun je gerust eerder beginnen. Daarbij, in het ene land leert een kind te lezen op 5-jarige leeftijd en in het andere land op 7-jarige leeftijd. Dat maakt qua tijd dus nogal uit. Marinella Orioni, Neerlandica en docent Nederlands in Parijs, geeft in haar boek aan dat het tegelijkertijd leren lezen en schrijven op school en in de minderheidstaal geen problemen hoeft op te leveren. Goede lezers in de schooltaal zijn ook goede lezers in de minderheidstaal. En andersom, zwakke lezers in de schooltaal zijn ook zwakke lezers in de minderheidstaal. Zij zegt dat het niet zozeer een gevaar is voor het leerproces van het kind om tegelijkertijd in twee talen te leren lezen en schrijven maar als het kind er moeite mee heeft wel nadelig is voor het zelfvertrouwen. En dan is het voor het kind prettiger om nog even te wachten.
Orioni, M. (2015). Meertalig opvoeden. Gids voor ouders en opvoeders. Amsterdam: Van Gennip.
Van der Linden, E. en Kuiken, F. (2012). Het succes van tweetalig opvoeden. Uw kind zal u dankbaar zijn. Leuven/Den Haag: Acco.